TAIL(1) Opdrachten voor gebruikers TAIL(1)

tail - toon het laatste deel van bestanden

tail [OPTIE]... [BESTAND]...

Kopieert de laatste 10 regels van elk gegeven BESTAND naar standaard uitvoer. Als er meer dan een BESTAND gegeven is, dan wordt die voorafgegaan door een kop met daarin de bestandsnaam

Zonder BESTAND, of wanneer BESTAND '-' is, wordt standaard invoer gelezen.

Een verplicht argument bij een lange optie is ook verplicht voor de korte optie.

de laatste GETAL bytes uitvoeren; bij '-c +GETAL' uitvoeren vanaf byte GETAL van elk bestand
toegevoegde gegevens tonen terwijl bestand groeit;
een afwezige optie argument betekent 'descriptor'
hetzelfde als --follow=name --retry
toon de laatste GETAL regels, in plaats van de laatste 10; of gebruik -n +GETAL om NUM-1 regels over te slaan vanaf het begin
met --follow=name, een BESTAND heropenen als diens
grootte na N iteraties (standaard 5) onveranderd is, om te zien of het is ontkoppeld of hernoemd (gebruikelijk bij roterende logbestanden); met 'inotify' is deze optie zelden nuttig
with -f, terminate after process ID, PID dies; can be repeated to watch multiple processes
geen bestandsnaam koppen tonen
blijven proberen om een bestand te openen zelfs als het ontoegankelijk is of wordt; nuttig wanneer op naam gevolgd wordt (bij --follow=name dus)
met -f: tussen twee iteraties ongeveer N seconden slapen (standaard 1 seconde); met 'inotify' en --pid=P: dit proces P minstens eens per N seconden controleren
altijd bestandsnaam koppen tonen
regels afsluiten met 0-byte, niet met nieuweregel
toon de helptekst en stop
toon programmaversie en stop

Het GETAL mag gevolgd worden door een vermenigvuldigings achtervoegsel: b = 512, kB = 1000, K = 1024, MB = 1000*1000, M = 1024*1024, GB = 1000*1000*1000, G = 1024*1024*1024, en zo verder voor T, P, E, Z en Y. Binaire voorvoegsels kunnen ook worden gebruikt: KiB=K, MiB=M, etc.

Met --follow (-f) volgt 'tail' de bestandsdescriptor, wat betekent dat het bestand nog steeds gevolgd wordt als de bestandsnaam wijzigt. Dit standaardgedrag is ongewenst als u echt de naam wilt volgen en niet de descriptor, bijvoorbeeld bij rotatie van logbestanden. Gebruik dan --follow=name; dit maakt dat 'tail' het genoemde bestand volgt op een manier die rekening houdt met hernoemen, verwijderen en opnieuw aanmaken.

Geschreven door Paul Rubin, David MacKenzie, Ian Lance Taylor en Jim Meyering.

Online hulp bij GNU coreutils: https://www.gnu.org/software/coreutils/
Meld alle vertaalfouten op https://translationproject.org/team/nl.html

Copyright © 2024 Free Software Foundation, Inc. Licentie GPLv3+: GNU GPL versie 3 of later https://gnu.org/licenses/gpl.html.
Dit is vrije software: u mag het vrijelijk wijzigen en verder verspreiden. Deze software kent GEEN GARANTIE, voor zover de wet dit toestaat.

head(1)

Volledige documentatie op: https://www.gnu.org/software/coreutils/tail
of lokaal via: info '(coreutils) tail invocation'

De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door Mario Blättermann <mario.blaettermann@gmail.com> en Luc Castermans <luc.castermans@gmail.com>

Deze vertaling is vrije documentatie; lees de GNU General Public License Version 3 of later over de Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.

Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden, stuur een e-mail naar debian-l10n-dutch@lists.debian.org.

Maart 2024 GNU coreutils 9.5