CP(1) Opdrachten voor gebruikers CP(1)
NAAM
cp - bestanden en mappen kopieren
SAMENVATTING
cp [OPTIE]... [-T] BRON BESTEMMING
cp [OPTIE]... BRON... MAP
cp [OPTIE]... -t MAP BRON...
BESCHRIJVING
Kopieer BRON naar BESTEMMING, of BRON(nen) naar een MAP.
Een verplicht argument bij een lange optie is ook verplicht voor de
korte optie.
-a, --archive
hetzelfde als -dR --preserve=all
--attributes-only
kopieer geen inhoud, alleen eigenschappen
--backup[=METHODE]
van elk bestemmingsbestand een reservekopie maken
-b als --backup, maar accepteert geen argument
--copy-contents
de inhoud van speciale bestanden kopieren als er recursief
gekopieerd wordt
-d hetzelfde als --no-dereference --preserve=links
--debug
leg uit hoe een bestand werd gekopieerd. Impliceert -v
-f, --force
als bestaand bestemmingsbestand niet geopend kan worden, het
verwijderen en het opnieuw proberen (wordt genegeerd als ook
optie -n gegeven is)
-i, --interactive
voor overschrijven om toestemming vragen (gaat boven een eerdere
optie -n)
-H gegeven symbolische koppelingen in BRON volgen
-l, --link
harde koppelingen maken in plaats van kopieen
-L, --dereference
symbolische koppelingen in BRON altijd volgen
-n, --no-clobber
een bestaand bestand niet overschrijven (gaat boven -u of een
eerdere -i optie). Zie ook --update
-P, --no-dereference
geen symbolische koppelingen in BRON volgen
-p hetzelfde als --preserve=mode,ownership,timestamps
--preserve[=LIJST]
de genoemde eigenschappen behouden
--no-preserve=LIJST
de genoemde eigenschappen niet behouden
--parents
volledige naam gebruiken van bronbestand onder MAP
-R, -r, --recursive
mappen recursief kopieren
--reflink[=WANNEER]
kloon/CoW-kopieen controleren; zie hieronder
--remove-destination
elke bestaande doelmap verwijderen voordat u deze probeert te
openen (anders dan --force)
--sparse=WANNEER
aanmaken van ijle bestanden controleren; zie hieronder
--strip-trailing-slashes
schuine strepen achter elk BRON-argument verwijderen
-s, --symbolic-link
symbolische koppeling maken i.p.v. kopie
-S, --suffix=ACHTERVOEGSEL
te gebruiken achtervoegsel voor reservekopieen
-t, --target-directory=MAP
alle BRON-argumenten naar MAP kopieren
-T, --no-target-directory
DOEL als een normaal bestand behandelen
--update[=UPDATE]
bepaal welke bestaande bestanden worden geupdate;
(UPDATE={all,none,older(standaard)}. Zie hieronder
-u equivalent met --update[=older]
-v, --verbose
tonen wat er gedaan wordt
-x, --one-file-system
binnen dit bestandssysteem blijven
-Z de SELinux-beveiligingscontext van doelbestand op standaard
instellen
--context[=CNTXT]
zoals -Z, of als CNTXT is opgegeven zet dan de SELinux en SMACK
beveiligingscontext op CNTXT
--help toon de helptekst en stop
--version
toon programmaversie en stop
ATTR_LIST is een comma-gescheiden lijst van attributen. Attributen zijn
'mode' voor rechten (inclusief enige ACL en xattr rechten), 'ownership'
voor gebruiker en groep, 'timestamps' for bestand tijdstempels, 'links'
voor harde koppelingen, 'context' voor veiligheid context, 'xattr' voor
extended attributen, en 'all' voor alle attributen.
Standaard worden ijle BRON bestanden gedetecteerd door een ruwe
heuristiek, het overeenkomende BESTEMMING bestand wordt dan ook ijl.
Dit gedrag wordt bepaald door --sparse=auto. Gebruik --sparse=always om
een ijl BESTEMMINGS bestand te maken indien het BRON bestand een lange
serie van nul bytes bevat. Gebruik --sparse=never om de aanmaak van
ijle bestanden te voorkomen.
UPDATE bepaald welke bestaande bestanden in het doel worden vervangen.
'all' is de standaard operatie wanneer de --update optie niet werd
opgegeven, en resulteert dat alle bestaande bestanden in het doel
worden vervangen. 'none' komt overeen met de --no-clobber optie,
betekenende dat geen enkel bestand in het doel wordt vervangen, maar
dat overgeslagen bestanden geen fout introduceren. 'older' is de
standaard operatie wanneer --update werd opgegeven, en resulteert in
bestanden die worden vervangen als ze ouder zijn dan het
overeenkomstige bron bestand.
Als --reflink[=always] werd gebruikt, maak dan een lichtgewicht kopie,
waarbij alleen de gemodificeerde data blokken worden gekopieerd. Als
dat niet mogelijk is dan lukt de kopie niet, indien --reflink=auto werd
gebruikt wordt terug gevallen naar de standaard kopie. Gebruik
--reflink=never om er van zeker te zijn dat de standaard kopie wordt
gemaakt.
Het reservekopie-achtervoegsel is '~', tenzij anders ingesteld met
--suffix of via omgevingsvariable SIMPLE_BACKUP_SUFFIX. Het
versiebeheer kan worden ingesteld met de optie --backup of via
omgevingsvariabele VERSION_CONTROL; dit zijn de mogelijke waarden
(methodes):
none, off
nooit reservekopieen maken (zelfs niet met --backup)
numbered, t
genummerde reservekopieen maken
existing, nil
genummerde reserves maken als er al zijn, anders eenvoudig
simple, never
altijd eenvoudige reservekopieen maken
Speciaal geval: cp maakt een reservekopie van BRON als de opties
--force en --backup gegeven zijn en BRON en BESTEMMING dezelfde naam
van een bestaand normaal bestand zijn.
AUTEUR
Geschreven door Torbjorn Granlund, David MacKenzie en Jim Meyering.
RAPPORTEREN VAN BUGS
Online hulp bij GNU coreutils:
Meld alle vertaalfouten op
COPYRIGHT
Copyright (C) 2023 Free Software Foundation, Inc. Licentie GPLv3+: GNU
GPL versie 3 of later .
Dit is vrije software: u mag het vrijelijk wijzigen en verder
verspreiden. Deze software kent GEEN GARANTIE, voor zover de wet dit
toestaat.
ZIE OOK
install(1)
Volledige documentatie op:
of lokaal via: info '(coreutils) cp invocation'
VERTALING
De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door Jos
Boersema , Mario Blattermann
en Luc Castermans
Deze vertaling is vrije documentatie; lees de GNU General Public
License Version 3 of later
over de Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.
Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden, stuur
een e-mail naar .
GNU coreutils 9.4 Januari 2024 CP(1)